
Als mensen ons vragen, waar wij onze boerderij beginnen, dan hoeven we maar 1 ding te vertellen. Het is de boerderij aan de Breemortelweg, waaromheen het in de winter krioelt van de sneeuwklokjes. Al deze sneeuwklokjes hebben we te danken aan Jan van der Burgt, die tot enkele jaren gelden op deze plek heeft gewoond. Duizenden, tienduizenden of misschien wel honderdduizend knolletjes zijn om de boerderij gepoot.


Sinds deze week weet ik iets bijzonders over de bloemen van de sneeuwklokjes. De bloem lijkt wit doch is feitelijk kleurloos. Een fijngeknepen bloemblad blijkt glashelder te zijn, doordat de luchtbelletjes tussen de bladcellen dan weggeperst zijn. Het is deze lucht die het invallende licht in alle richtingen weerkaatst, waardoor de mens het als wit waarneemt.
Van de vorige eigenaar hebben we een lied gekregen, dat over de sneeuwklokjes op de Breemortel gaat. Een mooi lied, waarvan we jammer genoeg de tekstschrijver niet kennen, die ongetwijfeld iets had met de Zeilberg gezien het dialect. Als iemand de tekstschrijver kent, dan horen we dat graag.
Onderstaand het lied.
Snuwklökskes op den Breemortel...
Melodie: De sneeuwwals....
REFREIN
Ik vein snuwklökskes altijd zo mooi
In het wit mi gruun, nooit in blauw of rooi
Ze zijn de lente, goan daorin veurop
Als ut buiten nog vriest dan ziede al hunne kop
COUPLETTEN
Ellek jaor dan denk ik vruug
Goh ik ben de winter muug
Heur ik vuggelke dè fluit
Dan heb ikkum er nie mir uit
Kiek oft gras al gruner wordt
En of dè de naacht opkort
Mer zie ik snuwklökskes stao
Jao dan vuul ik de lente jao......
Kiek 'ne krokus in het gras
En aaw weefke zonder das
En de kiep kakelt weer rond
Ginne vorst mir in zun kont
't Zunneke schijnt ok wir echt
Snuw die smelt mer ut gi slecht
Ik kiek alles uit de grond
En mun hartje zeengt, open mond .....
Dan kuir ik de Zeilberg rond
Kiek waor dè ge vurrig jaor stond
Alling wei mi klökskes, ja krek
Op den Breemortel, ik wor gek
De weind zeucht dur di gewas
En ge heurt van aander ras
De snuwklökskes bluie wir
Mer ze luie nie of nie mir.....